vluchtelingen en armoede - Reisverslag uit Shyogwe, Rwanda van Geert Veen - WaarBenJij.nu vluchtelingen en armoede - Reisverslag uit Shyogwe, Rwanda van Geert Veen - WaarBenJij.nu

vluchtelingen en armoede

Door: Geert van der Veen

Blijf op de hoogte en volg Geert

22 Maart 2008 | Rwanda, Shyogwe

Vluchtelingenkamp en armoede

Een paar weken geleden kregen wij als VSO-ers het bericht dat er een workshop van een elk week was gepland in de vluchtelingenkampen van Byumba en Kibye. Deze kampen bestaan al meer dan 10 jaar en rond de 20.000 mensen per kamp wonen daar opeengepakt. Over het werken op zo’n plek hoef ik niet lang over na te denken: ik wil hier in Rwanda toch immers ervaringen opdoen en werken voor mensen die echt niets te makken hebben? De keus is snel gemaakt.

En op een zondagnamiddag, worden we opgehaald met een busje, vanuit het centrum van Kigali: 7 VSO-ers en Kerst, die in deze periode op bezoek is. Al gauw na het verlaten van de hoofdstad begint de klim; Byumba ligt hoog in de bergen. Na een uur eigenlijk alleen maar stijgen zien we het stadje liggen, met links daarvan een heuvel met eindeloos veel bruinige huisjes en lange, lange rijen barakken, hetgeen later de basisschool blijkt te zijn, voor rond de 3500 kinderen.

Eerst maar eens instaleren in een huis van het bisdom aldaar; mijn kamermaat wordt Kerst. Eten, een pilsje en lekker bijkletsen, want je wilt de VSO-familie toch wat gaande houden.
De volgend ochtend is gepland voor overleg: eerst de hele week doornemen met globaal ieders rol daarin: wie doet wat, wanneer. We komen overeen om in duo’s te gaan werken.
De eerste middag voor de grote groep nemen Bruce en ik voor onze rekening: kennismakingsvormpjes, die ook in de klassen gebruikt kunnen worden.

Kerst en ik zijn gekoppeld om workshops te geven, vanaf dinsdagochtend, over methodologie aan drie verschillende groepen: onderwijzers van kleuter- en basisschool (onderbouw), onderwijzers bovenbouw en leerkrachten middelbaar onderwijs. Er zijn per groep rond de 15 mensen, voor de helft mensen die lesgeven in het kamp – en daar ook wonen – de andere helft komt van scholen in de buurt.

We worden geïnformeerd over de achtergronden van het kamp: mensen die hier wonen zijn oorspronkelijk Rwandezen en in de jaren ’80 naar Kongo gevlucht voor het geweld in die periode. Ze woonden toen in vluchtelingkampen over de grens. Na de vlucht van vele, vele mensen in de genocide van 1994, ook richting Kongo, ontstonden er hevige spanningen in het grensgebied. Veel mensen kwamen na een aantal jaren later weer terug.
Déze mensen in het kamp bleken echter zo lang in het buitenland ‘gewoond’ te hebben dat ze hun staatsburgerschap van Rwanda verloren hebben. Ze zijn niet Rwandees en ook niet Kongolees. Ze zijn gewoon niks, stateloos. Geen plek om naar toe te gaan. Uitzichtloos, niets te doen, een afschuwelijk verleden met weet ik hoeveel gruweldaden op hun netvlies en geen toekomst. Het enige waar deze groep rijk aan is, is kinderen, die evenzeer in een onmogelijke positie verkeren.

Per dag krijgt men een klein rantsoen eten: rijst, bonen, cassave en bananen, suiker en olie. Nauwkeurig afgepast en opgetekend. Het hoofd van het gezin mag dit wekelijks ophalen. Hoofd van het gezin? Ik zie nauwelijks mannen (velen zijn vermoord) en er zijn onnoemelijk veel weeskinderen. Dan wordt de oudste van een groepje kinderen uitgroepen tot ‘gezinshoofd’. Er lopen kinderen rond van rond de 11 jaar die alle verantwoording hebben voor een groepje kleinere kinderen: eten koken, kleren wassen, het spul wat aan de gang houden. In huisjes van 5x3 meter, met aangestampte leem als tapijt, vaak lekkende daken, geen interieur en wat vodden als matrassen, wonen altijd 8 mensen. We maakten op onze laatste dag een tropische bui mee: al gauw veranderde de omgeving in een modderig geheel, met overal wegstromend bruin water. Als zo’n stroom verkiest om door jou huisje te gaan….

Als je dat allemaal realiseert, kijk je met andere ogen rond. Eigenlijk is er geen enkele vergelijking met ons eigen leven hier in Rwanda, hoe primitief dat in de ogen van de gemiddelde Nederlander ook moge zijn. Mensen in lompen, vaak op blote voeten, vuil. En dan is het inderdaad waar: vaak met stralende ogen. Inmiddels kijken we daar wat doorheen, zo leuk is het leven hier niet.

Onze klaslokalen voor deze week zijn ruimbemeten: rond 8x4 meter, met tafels, banken en een heus schoolbord, net nieuw aangeschaft voor deze week.Kerst en ik hebben per groep een aangepast programma, waarin ik zelf al veel elementen op andere scholen heb uitgeprobeerd. Mensen vinden het leuk, zijn actief en enthousiast.
Nu blijkt echter dat het ontzettend moeilijk voorbereiden is, vanuit de Nederlandse situatie. Ik had Kerst aangegeven niets, maar dan ook niets van het niveau van de onderwijsgevenden te verwachten. Hij moest echter regelmatig zijn beelden bijstellen: hij geloofde zijn ogen niet toen een oudere onderwijzer moeite had met de optelling van 2+ 5. Rustig uittellen op de vingers, dus….
En creatief denken gaat moeizaam. Veel onderwijs is hier gericht op het overschrijven, nazeggen en herkauwen van zaken. De schoolborden in de klassen in Rwanda staan vol met veel te abstracte zaken over alle vakgebieden waar haast niemand ook maar iets van snapt. Ook de onderwijzers vaak niet, als er een kleine nuance of verandering wordt gemaakt.

Kortom, we vermaken ons uitstekend (....) en moeten regelmatig onze plannen bijstellen: het bord is niet te lezen, als het regent en de luiken dichtgaan, er kan niets op de ‘wanden’ geplakt worden, omdat de aangesmeerde leem veel te vochtig is en alles direct loslaat. De banken en tafels wiebelen vrolijk. De klas moet worden heringericht als het dak gaat lekken bij een stevige bui. Als Kerst geen water kan vinden om het bord school te maken, sopt hij een vodje textiel in een plas buiten (zie foto).

In deze week is er voor iedereen die meedoet met de workshops eten gemaakt: voor deze omgeving van hoge kwaliteit. Mensen scheppen ook onmogelijk grote borden eten op: geen wonder, het kan nu. Ik dwaal rond en beland in de keuken. Ogenschijnlijk prachtige beelden: grote potten eten onder een prachtig invallend licht. Na een minuut of vijf beginnen mijn ogen echter te tranen, vanwege de indringende rook. Ik kijk rond en zie dat alle vrouwen die hier werken last hebben van hun ogen.

Het lesgeven gaat lekker, maar de ervaringen hier zijn heel intens. Je ontkomt er niet aan om de situatie van de mensen hier toe gaat passen op jezelf: hoe zou het geweest zijn als Marloes en Erik hier zouden zijn opgegroeid? Welke ontwikkelingsmogelijkheden heb je hier? Welke toekomstbeelden heb je als jongere? Hoe ga je hier om met je menselijke waardigheid, hoe bekijk je de mensen buiten het kamp? En hoe kijk je aan tegen dat groepje blanken die hier hun kunstjes doen en daarna weer teruggaan naar hun rijke leventje? Welk geloof heb je hier in dit leven. Wat zijn de beelden die je hebt voor de kansen van je eigen kinderen. Waar is het misgegaan in je leven? Ik kom hier uiteraard niet uit. Deze vragen hebben zich hier in Rwanda wel vaker opgedrongen, maar hier is het wel erg nadrukkelijk.

Woensdagmiddag nemen we afscheid van het kamp; Kerst reist de volgende dag weer af naar Nederland. We hebben in de drie weken van samenzijn veel afgepraat; déze gebeurtenissen zijn voor ons beiden zeer indrukwekkend. We zijn stil en vermaken ons met het tellen van de mensen die kijken naar twee blanken die wachten op het taxibusje naar Kigali: rond de 40.

Nu ik hier nu ruim een half jaar woon, word ik regelmatig uitgenodigd bij mensen die niet bij mijn ‘maatschappelijke laag’ horen. Vorige week nodigde een onderwijzeres mij voor de lunch uit: samen met haar man, zus en wat kinderen rondom een tafel met twee banken en niets aan de muur. Een grote schaal van gebakken bananen. Ik eet met kleine hapjes; ik ben de enige. De anderen laten het zich goed smaken en zorgen dat deze ene maaltijd voor de rest van de dag genoeg is.
Zo strijk ik regelmatig neer bij een groepje leerlingen van de scholen in de buurt en hoor allerlei verhalen. Vaak een opeenstapelingen geen geld, van vermoorde familieleden, van eindjes aan elkaar knopen, van ziekten. Hier is er nog wel een hoop op een toekomst, maar men heeft hiervoor wel geld nodig: voor het volgend schooljaar, of die studie die men wil doen. En, u bent toch rijk……

Zo is daar het verhaal van dat meisje die niet met haar baby woont, omdat ze geen geld heeft om de baby te onderhouden, van het meisje dat wel naar school zou kunnen, als ze maar niet op haar kleinere broertjes en zusjes hoefde te passen, van de jongen die na sparen een fietstaxi heeft kunnen kopen en na een aanrijding niets meer heeft. Het is een lange, lange rij.

Gisteren was ik uitgenodigd bij Chantal, mijn huishoudelijke hulp. Ze is weeskind (ouders en broertjes / zusjes verloren in de genocide) en heeft eigenlijk alleen nog maar één zus op deze wereld. In ganzenpas gaan we door het prachtige dal. Juliet had aangeboden om mee te gaan, ook al voor de vertaling, omdat Chantal en ik nog steeds worstelen niet een gemeenschappelijke taal.
De aanblik van het huisje is onthutsend; niet veel meer dan de situatie in het vluchtelingenkamp. Er is werkelijk niets in het huisje, uiteraard geen water en elektriciteit, maar ook geen meubels, huishoudelijke spullen e.d. We krijgen thee met melk en suiker. Ik vermoed dat dit een luxe is die alleen maar is weggelegd voor dit moment, waarop twee belangrijke gasten hier zijn. Chantal en zusje kijken stralend. Dit is een van de hoogtepunten. Bezoek is in dit land een groot goed en zeker dit bezoek. Na een uurtje stappen we weer op.
Ik worstel met de beelden die zij moet hebben van mijn wereldje. Zíj koopt mijn spullen in, maakt mijn eten klaar, maakt mijn huisje schoon. Hoe kijkt zij tegen mij aan? Ik consumeer in een week waar zij een maand over moet doen om dat geld bij elkaar te verdienen. Ik weet het ook niet. Ook hier kom ik vandaan met meer vragen dan antwoorden.


Het was tegen deze achtergrond dat ik een dag of wat geleden rondliep in het huis van de bisschop van Gahini. Mensen van VSO hadden het Ierse St. Patrick’s feest en de verjaardag van een VSO-er die 60 jaar werd als excuus om een lekker feest te hebben, vlakbij een prachtig meer. Als geste had de bisschop aldaar zijn huis ter beschikking gesteld (de beste man is twee jaar in Amerika, met zijn gezin van 8 kinderen…) voor overnachting. Dit huis is als een zomerpaleis!! Overal marmer, prachtige pilaren, grote ruime slaapkamers met een aantal badkamers, een grote, goed onderhouden tuin en een werkelijk prachtig uitzicht over het meer. Deze man is het hoofd van het Anglicaanse bisdom Gahini; ik werk voor zijn collega, van Shyogwe…… Ongelooflijk. Dit is tegen elke gevoel van rechtvaardigheid en verhoudingen, elk ……
Kortom, ik ben erg boos. Hoe is het in Godsnaam mogelijk…… Als je daarnaast weet dat vele kerkelijke leiders een uiterst dubieuze rol hebben gespeeld in de Genocide. Wel, ik besprak het gevoel met een collega. Haar opmerking was dat ik me maar beter stil kan houden. Het is nu eenmaal zo en opmerkingen hierover zouden alleen mijn eigen positie maar schaden. Men zou hier in Shyogwe wel eens kunnen doorgeven aan onze bisschop wat ik dacht…… Ok, dat heb ik maar geaccepteerd…
Ligt hierin niet ook een oorzaak mede van de genocide? Ik merk nu ik hier langer ben dat er vele zaken onder de oppervlakte blijven, er wordt niet over gepraat. Maar het is er wel degelijk. Zo praat men ook nooit over seks. Vanmorgen met de collega overleg gehad die een taak heeft in de bestrijding van HIV en AIDS. Ze kwam net terug van een seminar. Het blijkt dat kinderen hier gemiddeld rond 12 jaar hun eerste seksuele ervaring hebben. Het is geen uitzondering dat dat gebeurt rond 8 jaar…. En de katholieke kerk, die hier sterk is in Rwanda, wil van geen condoom weten. Mijn bisdom gelukkig wel. Over twee weken gaan we hier een dag organiseren over HIV en AIDS. Weer een ervaring erbij.

Net terug van een heerlijke training. Via de dam, bij het meertje, over een slingerweg omhoog, naar de verharde weg, Terug via kleine paadjes, erfjes, ‘achterlangs het leven’ (zoals Herman van Veen zingt), met overal kinderen die zwaaien en “mzungu, mzungu” roepen. Vandaag is het de dag in het district Ruhango waar iedereen zich in moet schrijven, een pasfoto laten maken en een persoonbewijs krijgen. Het is druk bij de districtskantoortjes waar ik langs kom. Het doet me denken aan de beschrijvingen van de volkstelling van december in het jaar nul (of was het – 1?), in de streek bij de rivier de Jordaan. Iedereen is op de been.

Bij al deze beschrijvingen lijkt het misschien dat ik constant leef van hoogtepunt naar hoogtepunt. Niets is minder waar. Ik doe het hier heel rustig aan, heb regelmatig een dag waarin er niets noemenswaardig gebeurt, zijn er vele, vele avonden, zoals nu, waar ik alleen ben. Momenteel is de vierde dag waarop ik geen elektriciteit heb. Lezen is dan moeilijk bij een enkel kaarsje en dan ga ik maar vroeg naar bed. De volle maan is dan extra welkom Dat is wel een soort leven om de stress en burn-out buiten de deur te houden. Hier geniet ik nog maar even van, voordat ik weer terugkom in de race die er in Nederland nu eenmaal is.

Dit is waarschijnlijk een van de laatste bijdragen op mijn website. Gisteren is Jan Dros gekomen en we zijn nu in het weekend druk met alle voorbereidingen van de wokshops computers van Jan. De mensen zijn hier laaiend enthousiast over wat hij in zijn tweede zending (na de eerste met 26 laptops) heeft meegebracht: Prnters, kopieerapparaten, ondersteunend software en boeken voor zijn workshops etc.
Eind april ben ik weer in Nederland. Natuurlijk vind ik het fijn, heel erg fijn om weer mijn lieve mensen om me heen te ontmoeten en vast te houden. Het zal ook een afscheid worden met gemengde gevoelens. Ik heb het hier heel erg naar mijn zin. Eerst nog maar eens kijken wat de komende weken hier gaan brengen

En voor een ieder die verlangend uitziet naar wat meer zon: wij leven met je mee!!

  • 22 Maart 2008 - 16:16

    Geert Zelf:

    een aantal foto's staan bij het vorige verhaal. Vervolgens werd de computer zo traag dat ik maar besloot dat jullie de volgende keer de foto's geleverd krijgen.

    Liefs uit Afrika

  • 23 Maart 2008 - 10:19

    Louis:

    Voor wie dat nog niet wist: je maakt erg duidelijk hoe africa kan zijn, welke vragen het bij je oproept, welke mogelijkheden en onmogelijkheden je tegenkomt.
    Wij wensen je nog een goede laatste maand in Rwanda.
    Goethe heeft ooit gezegd:
    Het gaat er niet alleen om wat de mens aan daden achterlaat, maar ook om de dromen die hij er aan heeft toegevoegd.
    Ik denk dat je dat in ieder geval hebt gedaan.
    Tot ziens.
    Louis en Ria Dokter

  • 24 Maart 2008 - 18:35

    Teatske:

    een intens jaar, Geert! En wat gaat het nu snel! Over een paar weken zien we je al weer in Drachten, hoop ik.
    Ik hoop, dat je deze ervaringen dan goed kunt plaatsen in je verdere leven.
    tot gauw,
    Teatske

  • 25 Maart 2008 - 21:10

    Sytze:

    Beste Geert, weer zo'n indrukwekkend verhaal. De tijd in het kamp in het bijzonder, grote contrasten. Veel succes ook weer de komende periode.
    veel goeds,
    Sytze

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Rwanda, Shyogwe

Geert

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 341
Totaal aantal bezoekers 39032

Voorgaande reizen:

08 September 2007 - 29 April 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: