Jaarwisseling en tegenstellingen
Door: Geert van der Veen
Blijf op de hoogte en volg Geert
10 Januari 2008 | Rwanda, Shyogwe
Jaarwisseling en vele tegenstellingen
“He, kom eens kijken!!!” Els’ opgewonden stem komt uit de slaapkamer. “Nee, daar bij de horizon, zie je dat!?!”” Wij stappen het donker van de avond in en zien boven de horizon een prachtig schouwspel van vele, felle lichtflitsen, zonder dat het geluid van de donder te horen is. We blijven verwonderd en vol ontzag staan kijken. Prachtige formaties vormen zich bij elke flits; het gaat maar door. Als er een keertje binnen twee seconden niets te zien is, is dat opvallend. Wat zijn dit toch indrukwekkende natuuverschijnselen. We kijken een lange tijd stil; de avondgeluiden van kikkers, krekels en een late koe zijn te horen.
Later op de avond kijken we nog eens; nog steeds is het gaande. Het lijkt wel wat afgenomen. De duizenden twinkelende sterren accentueren de duisternis. Het is nog zwoel buiten. Een vallende ster completeert het beeld.
We zijn terug van drie dagen Kibuye; een plaatsje prachtig gelegen aan Lake Kivu in het westen van Rwanda. Men heeft geprobeerd hier en daar hotels en resorts neer te zetten om toeristen te trekken. Het is tussen Kerst en Nieuw Jaar en er zijn inderdaad een paar blanken te zien. Maar om hier nu een stevig inkomen van te krijgen.... We hebben gekozen voor een hotelletje met een prachtig uitzicht. Hier worden we wel heen en weer geslingerd tussen gevoelens: ‘Ja, we hebben het verdiend’ , ‘we huren een kamer voor dezelfde prijs als onze hulp in de huishoudng krijgt voor een volledige maand werken’, ‘heerlijk, weer eens een warme douche’ , ‘ nee, vele Rwandezen drinken geen thee, omdat dat te duur is’, ‘nee, we willen niet voor veel geld in een bootje’ , ach die jongens van dat bootje hebben nu al twee dagen geen gast gehad, waar leven ze van...’
Het gaat maar door en we vinden hier niet een andere oplossing, dan ons een beetje te splitsen: hier zijn we toerist en doen “mzungu-dingen” en thuis in Shyogwe ga ik weer aan het werk en ben weer een beetje deel van de ‘gewone’ maatschappij hier in Rwanda. Het blijft onbevredigend; terwijl we weten dat een periode er tussendoor nodig is om de batterij weer op te laden.
Op de middelste dag in Kibuye een lange tocht op de motor gemaakt, de bergen in. Na een stevig uur alsmaar stijgen en stijgen realiseer je je hoe hoog je zit. Als ik dan na een keer of vijf gedacht te hebben dat na de volgende bocht we echt wel op het hoogste punt zijn, blijken we zo ongeveer halverwege. We zijn op weg naar Bisensero, een vluchtplaats voor Tustsi’s hoog in de bergen, waar in 1994 zo’n 50.000 mensen zich verdedigden tegen aanvallen van Hutu’s. Haast drie maanden hebben ze geprobeerd stand te houden. Toen begin juli 1994 de Fransen kwamen, waren er nog 1300 mensen in leven..... We stoppen bij een indrukwekkend monument, in lila kleuren, dat in verschillende lagen tegen de berg is aangebouwd. De kale rots die als een vesting oprijst, geeft haar geheimen niet prijs. We kunnen er wel naar gissen. Verder is het stil en verlaten, op een enkele persoon na, op weg naar een andere bestemming.
Ik heb me van te voren niet gerealiseerd dat Rwanda ook qua aanzicht zo veelzijdig zou zijn. Na elke bocht weer een andere uitzicht en allemaal even mooi. De weg varieert van een gruisweg waar we wel 20 km/uur kunnen rijden, tot een smal pad met zoveel hobbels, bobbels en kuilen dat mijn motorkunsten echt pittig worden aangesproken. Ons tempo geeft wel de gelegenheid om alles goed te bekijken. We waren al verwonderd waar alle thee van Rwanda toch moest groeien: hier boven in de bergen, daar waar het wat koeler is, blijkt het antwoord.
Verder deze dagen veel geslapen, gelezen, wat gezwommen en getraind en hier en daar wat gekletst. Toch ook wel boeiende ontmoetingen: een professor uit Zwitserland, die als VN afgezant de genocide heeft meegemaakt en die mede heeft gezorgd dat de rechtbank Gacaca (voksrechtspraak) nu in volle werking is om de schuldigen te berechten, een aantal mensen van de ambassade die daar ook vakantie vieren en een aantal ander VSO-ers. Ach de wereld lijkt dan klein en de ontmoetingen leuk.
Weer een aantal dagen later. We zijn ondertussen in het oosten van het land geweest, op alweer een prachtige plek aan een ander meer en genieten nu van een aantal dagen thuis. E-mails geschreven en verstuurd, de kathedraal vlakbij nu eens een keer van binnen gezien en Els en ik komen nu net terug van een wandeling in de buurt, door – ja hoe moet je dat nu noemen – arm Rwanda. Vanaf huis, door het eerstvolgende dorpje, dat ik vooral ken van snel doorheen hollen, als ik deze kant voor mijn training gekozen heb. Veel mensen in armoedige gescheurde kleren, hier en daar wat mannen aan het bananenbier, talloze kindertjes die blij aan komen hollen om ons te begroeten en te vergezellen. We kijken naar hoe ze eruit zien en kijken ook achter de twinkelende oogjes: dan zie je kinderen die op een enkele uitzondering na op blote voetjes lopen en gescheurde, vuile en vaak te grote of te kleine kleren hebben. De mama’s wuiven vanaf het erf van het huis. Nergens stromend water, nergens electriciteit, nergens een boek.
Erg confronerend is de ontmoeting met de oude meneer met de veel te grote bril, op zijn blote voeten en vale, vuile kleren, die eerbiedig zijn hoed afneemt en zijn hand zonder duim uitsteekt om ons duidelijk te maken dat hij geld zou willen voor wat voedsel. We zijn zonder geld aan de wandeling begonnen. Geld geven geeft altijd een erg dubbel gevoel – niet geld geven misschien nog wel meer – en we proberen door te lopen. Hij is echter vasthoudend, hier ook letterlijk, zodat ik zijn misvormde hand tijden in mijn hand voel. Ik kijk hem aan; we hebben geen gemeenschappelijke taal, geen gemeenschappelijk verleden of cultuur. Wat hebben we gemeen? In elk geval deze plek op aarde op hetzelfde moment. Is dit een ontmoeting? In elk geval is deze confrontatie voor Els en mij pittig. Het kleurt ons gevoel van deze middag..
De prachtige roze kleuren van de westerlijke hemel door de ondergaande zon accentueren verder het prachtige golvend landschap, vol met bananenbomen en avondgeluiden van kinderstemmen, vogels, kikkers en krekels. We komen nogal wat bekenden tegen met evenzovele korte gesprekjes en handengeschud. We zijn zowel thuis in dit land als soms zover weg van de realiteit van de mensen van alledag. Nu zit ik aan een pilsje, met JJ Cale uit de boxjes, ons kamertje beschenen door een gezellige tl-lamp. Het pilsje kost een gemiddeld dagloon, er komt bij anderen soms wat krakend geluid uit een radio, als iemand die heeft en vanaf de kerk, 100 meter naar het zuiden houdt de electriciteitsvoorziening op. Ja, inderdaad, prachtige sterrenhemels, maar als je kind ’s avonds huiswerk moet maken kan dat niet omdat er gewoon geen licht is.
Rond de jaarwisseling waren we bij het lake Muhazi in het oosten van het land. Drie collega’s van de VSO wonen en werken hier vlakbij en met nog twee andere VSO-ers brachten we hier Oud en Nieuw door. De bar-dancing aan het water werd verder bezocht door de happy-view van Rwanda. Mensen in mooie uitgaanskleren, heerlijk aan het picknicken en een enkeling lekker zwemmen.
Marloes en Erik belden toen we net het derde pilsje aanspraken en de president met z’n gevolg aan de andere kant van het meer over de heuvels aankwam. Kijk, dat zijn van die heerlijke momenten!
We dansten de avond uit; van de ruim honderd mensen van de namiddag waren er nog maar rond 30 over rond 12.00 uur. De volgende dag bleek dat Rwandezen de jaarwisselng vooral op 1 januari beleven, als Nederland zijn roes uitslaapt. Vele honderder mensen in prachtige gewaden ontmoetten elkaar en genoten van toespraken, het vele eten en drinken. Wij beschouwden deze dag als een tussendag, met de volgende dag een bezoek aan het Nationale Park met z’n giraffes, buffels, nijlpaarden, vogels en wat al niet. Nou ja, de laatste olifanten zijn jaren geleden door stropers gedood.
Op de laatste dag in deze buurt samen met collega Ginette (ergotherapeute) naar het centrum voor lichamelijke gehandicapte kinderen. Op een slaapzaal lag een spastisch kindje. Zijn moeder en twee zusjes zijn er dan ook, voor de verzorging. Moeder maakte – ondanks de situatie – een sterke en energieke indruk. Dit zien we vaak hier in Afrika: sterke moeders, die het gezin met een surplus aan energie draaiende houden.
Op deze overvolle slaapzaal (8 bedden, maar hoeveel meer slapen hier wel echt?) was een bed voor Emmamuel, een man van tegen de dertig, die rolstoelafhankelijk is. Zijn familie woont in Byumba, een stadje hoog in de bergen; niet echt geschikt voor een rolstoel. Hij maakt van uiterst dunnen repen gekleurd papier de meest prachige halskettingen. Hij vertelde dat de verkoop van deze kettingen hem op een gegeven moment het geld moet verschaffen voor een eigen huisje in deze buurt. Hij heeft nog een jaar te gaan voor het afmaken van zijn middelbare school en wil daarna naar de universiteit. Els en ik raken onder de indruk van zijn persoon en zijn wilskracht. Els neemt sieraden mee om in Nederland te vekopen en we denken er aan om een deel van het sponsorgeld te besteden aan hem om te helpen zijn dromen te verwezenlijken.
Ondertussen nog een kleine week voordat het vliegtuig Els weer mee terugneemt naar Nederland. Haar kleurtje is bijgetrokken en ze is – samen met mij - vele, vele ervaringen rijker. Op weg naar de vulkanen, de afgelopen dagen gaf ze aan dat ze meer ogen zou moeten hebben om alles te zien. Een dagje verder viel de term ‘overprikkeling’.
In een poging om de vulkanen goed te zien staan we op een dag rond 6 uur ’s ochtends op de airstrip van Ruhengeri, waarbij we de wachtman wat tipgeld geven. De lucht helder, de vulkanen tekenen zich scherp af tegen de strakblauwe lucht. Zes prachtige vormen in een lang lint rondom ons. We besluiten de wijk wat in te lopen en het leven te zien ontwaken. Mensen wandelen naar hun werk, af en toe komt er een vrachtwagen voorbij, vol met mensen, op weg naar hun werk. Mensen met manden en manden vol met voornamelijk tomaten op hun hoofd verruilen hier en daar hun waar en gaan vervolgens in een lange rij naar de markt. Wij kijken toe; deze keer eens een keer toeschouwer en minder object van aandacht van anderen.
De dag daarvoor hebben we tevergeefs gezocht naar een plek waar we ongestoord en in alle rust de prachtige omgeving in ons op kunnen nemen. Niet gelukt. Zodra we ergens stoppen met de motor zwermen tientallen mensen om ons heen. Kijken, kijken, kijken en contact maken. Mensen zijn over het algemeen erg blij ons te zien. We proberen onze beperkte kennis van het Kinyarwanda en verder grappen we met z’n allen heel wat af. Er zijn vele fotogenieke momenten, maar gêne belemmert ons regelmatig. Verder valt op dat in dit deel van Rwanda erg vaak om geld gevraagd wordt om een foto te maken. We beginnen daar niet aan, hoezeer we ons de vraag kunnen voorstellen. In het noorden komen nu eenmaal meer toeristen met al hun geld. En een foto voor niks ‘geven’ terwijl je zelf niks hebt..... Veel mensen ogen erg armoedig, vale kleren, veel blote voeten en hier en daar hongerbuikjes.
Mijn buurman verklaart later waarom mensen zo enthousiast zijn om een blanke te zien: van oudsher is een blanke iemand die in goede kleding rondloopt, nieuwe ideeën heeft, allerlei nieuwe gebruiksmaterialen in Afrika heeft geintroduceerd, vaak in mooie huizen woont, veek geld heeft, veel macht en een nieuw geloof hier heeft gebracht. De term ‘mzungu’ is hier haast een synoniem voor goed, intelligent, mooi, rijk, begerenswaardig. Iets wat je ook zou willen. En wij representeren dat allemaal.... Onnodig te zeggen dat die rol ons niet echt past en het heel wat hoofdbrekens kost om met dit beeld om te gaan.
Ondertussen beginnen we wel een beter beeld te krijgen waar we het sponsorgeld van onze sponsors aan kunnen besteden. We hebben nu zes ‘projecten’, nog niet allemaal even uitgewerkt, maar grofweg het volgende:
• De rolstoelafhankelijke Emmanuel een steun in de rug geven om zijn droom waar te maken: de middelbare school afmaken, een universitaire opleiding en een eigen huis. Dit kan onder anderen door de verkoop van sieraden en waarschijnlijk het verstrekken van een van de computers van het laptopproject. Collega Paula verkoopt ook sieraden voor hem, in Noord Ierland
• Ondersteuning van mijn eigen werk rond methodologie op de scholen, onder anderen door het aanschaffen van noodzakelijke leermiddelen en het organiseren van workshops. Tevens komt Kerst Kuipers in februari een aantal weken naar Rwanda en zal, gezien zijn specifieke kennis over het basisonderwijs, ook zeker een bijdrage leveren aan het verbeteren van het onderwijs.
• Mijn steun en toeverlaat in de huishouding Chantal de gelegenheid geven om een opleiding te volgen die er voor moet zorgen dat zij zelf verder kan als ik weg ben. Het is waarschijnlijk dat we een naaimachine voor haar kopen en ze goed leert om kleren te maken. We moeten dit nog met haar bespreken.
• In overleg met een aantal leerkrachten van de school voor beroepsonderwijs hier om de hoek voor een beperkt aantal leerlingen (een deel van het) schoolgeld betalen. Schoolgeld is rond 200 euro per jaar. De school leidt op voor onder ander banen in de agrarische sector en veeteelt.
• Op veel middelbare scholen is traumaverwerking van de periode van de genocide erg belangrijk. Op bovenstaande school waren er vorig jaar veel leerlingen die hevige problemen ondervonden, vanwege trauma’s. Faustin, een leerkracht van deze school, is gespecialiseerd in begeleiding van deze problematiek en wil met twee busjes met leerlingen en leerkrachten naar het Memorial Centrum in Kigali, als onderdeel van de begeleiding. Een VSO-collega verzorgt daar het programma. Geld voor vervoer en eten tussen de middag is nodig.
• Geld voor het transport van de 26 laptops die Jan Dros en Hans Bervink hebben geregeld. Jan stuurt de laptops half januari naar Rwanda. Tevens zal Jan Dros in maart/april naar Rwanda komen om de mensen te leren op een goede manier met de laptops om te kunnen gaan.
Verder lopen er nog twee projecten:
• Via de ‘Trimbode’ van SV Friesland heb ik een oproep geplaatst om een trimloop van eind februari te sponsoren. De loop zal over 5 km. en 10 km. gaan. We denken aan geld voor de nrs. 1, 2 en 3 in de verschillende rubrieken en voor een bedragje voor elke deelnemer voor de organisatie waar hij of zij voor loopt (bijvoorbeeld een school)
• Via de plaatseljke omroep ‘Parkstad’ van Veendam heb ik een maandeljkse feuilleton op de radio over mijn werk hier in Rwanda. We hebben hier een sponsorproject aan gekoppeld voor de school voor beroepsonderwijs in Vunga, voor opleidingen voor meubels maken, werken in de bouw en werken met textiel.
Veel van jullie hebben in de afgelopen periode al geld overgemaakt. Erg veel dank hiervoor! Sommigen hebben dat geld expliciet gelabeld en ik zal zorgen dat dat geld ook aan het betreffende project wordt besteed. Je ziet aan het aantal van de projecten dat het voor mij nog steeds moeilijk is om te kiezen. Ik ben en blijf een optimist en denk dat het geld wel goed komt.
Het gironummer 2927733 t.n.v. G.L. van der Veen te Wijnjewoude blijft beschikbaar voor de projecten in Rwanda. We hebben hier het geld echt nodig en de kleine projecten zijn nu wel afgebakend en duidelijk. Als je geld wilt ‘labelen’, zet het er weer even bij.
Ik ga vandaag, woensdag 9 januari, weer starten met mijn werk; Els zal hier af en toe bij zijn. Met haar vertrek over een paar dagen (15 januari) zal ze vol van indrukken weer in Friesland het leven voortzetten. Ik ga hier dan ook weer een nieuwe periode tegemoet.
“He, kom eens kijken!!!” Els’ opgewonden stem komt uit de slaapkamer. “Nee, daar bij de horizon, zie je dat!?!”” Wij stappen het donker van de avond in en zien boven de horizon een prachtig schouwspel van vele, felle lichtflitsen, zonder dat het geluid van de donder te horen is. We blijven verwonderd en vol ontzag staan kijken. Prachtige formaties vormen zich bij elke flits; het gaat maar door. Als er een keertje binnen twee seconden niets te zien is, is dat opvallend. Wat zijn dit toch indrukwekkende natuuverschijnselen. We kijken een lange tijd stil; de avondgeluiden van kikkers, krekels en een late koe zijn te horen.
Later op de avond kijken we nog eens; nog steeds is het gaande. Het lijkt wel wat afgenomen. De duizenden twinkelende sterren accentueren de duisternis. Het is nog zwoel buiten. Een vallende ster completeert het beeld.
We zijn terug van drie dagen Kibuye; een plaatsje prachtig gelegen aan Lake Kivu in het westen van Rwanda. Men heeft geprobeerd hier en daar hotels en resorts neer te zetten om toeristen te trekken. Het is tussen Kerst en Nieuw Jaar en er zijn inderdaad een paar blanken te zien. Maar om hier nu een stevig inkomen van te krijgen.... We hebben gekozen voor een hotelletje met een prachtig uitzicht. Hier worden we wel heen en weer geslingerd tussen gevoelens: ‘Ja, we hebben het verdiend’ , ‘we huren een kamer voor dezelfde prijs als onze hulp in de huishoudng krijgt voor een volledige maand werken’, ‘heerlijk, weer eens een warme douche’ , ‘ nee, vele Rwandezen drinken geen thee, omdat dat te duur is’, ‘nee, we willen niet voor veel geld in een bootje’ , ach die jongens van dat bootje hebben nu al twee dagen geen gast gehad, waar leven ze van...’
Het gaat maar door en we vinden hier niet een andere oplossing, dan ons een beetje te splitsen: hier zijn we toerist en doen “mzungu-dingen” en thuis in Shyogwe ga ik weer aan het werk en ben weer een beetje deel van de ‘gewone’ maatschappij hier in Rwanda. Het blijft onbevredigend; terwijl we weten dat een periode er tussendoor nodig is om de batterij weer op te laden.
Op de middelste dag in Kibuye een lange tocht op de motor gemaakt, de bergen in. Na een stevig uur alsmaar stijgen en stijgen realiseer je je hoe hoog je zit. Als ik dan na een keer of vijf gedacht te hebben dat na de volgende bocht we echt wel op het hoogste punt zijn, blijken we zo ongeveer halverwege. We zijn op weg naar Bisensero, een vluchtplaats voor Tustsi’s hoog in de bergen, waar in 1994 zo’n 50.000 mensen zich verdedigden tegen aanvallen van Hutu’s. Haast drie maanden hebben ze geprobeerd stand te houden. Toen begin juli 1994 de Fransen kwamen, waren er nog 1300 mensen in leven..... We stoppen bij een indrukwekkend monument, in lila kleuren, dat in verschillende lagen tegen de berg is aangebouwd. De kale rots die als een vesting oprijst, geeft haar geheimen niet prijs. We kunnen er wel naar gissen. Verder is het stil en verlaten, op een enkele persoon na, op weg naar een andere bestemming.
Ik heb me van te voren niet gerealiseerd dat Rwanda ook qua aanzicht zo veelzijdig zou zijn. Na elke bocht weer een andere uitzicht en allemaal even mooi. De weg varieert van een gruisweg waar we wel 20 km/uur kunnen rijden, tot een smal pad met zoveel hobbels, bobbels en kuilen dat mijn motorkunsten echt pittig worden aangesproken. Ons tempo geeft wel de gelegenheid om alles goed te bekijken. We waren al verwonderd waar alle thee van Rwanda toch moest groeien: hier boven in de bergen, daar waar het wat koeler is, blijkt het antwoord.
Verder deze dagen veel geslapen, gelezen, wat gezwommen en getraind en hier en daar wat gekletst. Toch ook wel boeiende ontmoetingen: een professor uit Zwitserland, die als VN afgezant de genocide heeft meegemaakt en die mede heeft gezorgd dat de rechtbank Gacaca (voksrechtspraak) nu in volle werking is om de schuldigen te berechten, een aantal mensen van de ambassade die daar ook vakantie vieren en een aantal ander VSO-ers. Ach de wereld lijkt dan klein en de ontmoetingen leuk.
Weer een aantal dagen later. We zijn ondertussen in het oosten van het land geweest, op alweer een prachtige plek aan een ander meer en genieten nu van een aantal dagen thuis. E-mails geschreven en verstuurd, de kathedraal vlakbij nu eens een keer van binnen gezien en Els en ik komen nu net terug van een wandeling in de buurt, door – ja hoe moet je dat nu noemen – arm Rwanda. Vanaf huis, door het eerstvolgende dorpje, dat ik vooral ken van snel doorheen hollen, als ik deze kant voor mijn training gekozen heb. Veel mensen in armoedige gescheurde kleren, hier en daar wat mannen aan het bananenbier, talloze kindertjes die blij aan komen hollen om ons te begroeten en te vergezellen. We kijken naar hoe ze eruit zien en kijken ook achter de twinkelende oogjes: dan zie je kinderen die op een enkele uitzondering na op blote voetjes lopen en gescheurde, vuile en vaak te grote of te kleine kleren hebben. De mama’s wuiven vanaf het erf van het huis. Nergens stromend water, nergens electriciteit, nergens een boek.
Erg confronerend is de ontmoeting met de oude meneer met de veel te grote bril, op zijn blote voeten en vale, vuile kleren, die eerbiedig zijn hoed afneemt en zijn hand zonder duim uitsteekt om ons duidelijk te maken dat hij geld zou willen voor wat voedsel. We zijn zonder geld aan de wandeling begonnen. Geld geven geeft altijd een erg dubbel gevoel – niet geld geven misschien nog wel meer – en we proberen door te lopen. Hij is echter vasthoudend, hier ook letterlijk, zodat ik zijn misvormde hand tijden in mijn hand voel. Ik kijk hem aan; we hebben geen gemeenschappelijke taal, geen gemeenschappelijk verleden of cultuur. Wat hebben we gemeen? In elk geval deze plek op aarde op hetzelfde moment. Is dit een ontmoeting? In elk geval is deze confrontatie voor Els en mij pittig. Het kleurt ons gevoel van deze middag..
De prachtige roze kleuren van de westerlijke hemel door de ondergaande zon accentueren verder het prachtige golvend landschap, vol met bananenbomen en avondgeluiden van kinderstemmen, vogels, kikkers en krekels. We komen nogal wat bekenden tegen met evenzovele korte gesprekjes en handengeschud. We zijn zowel thuis in dit land als soms zover weg van de realiteit van de mensen van alledag. Nu zit ik aan een pilsje, met JJ Cale uit de boxjes, ons kamertje beschenen door een gezellige tl-lamp. Het pilsje kost een gemiddeld dagloon, er komt bij anderen soms wat krakend geluid uit een radio, als iemand die heeft en vanaf de kerk, 100 meter naar het zuiden houdt de electriciteitsvoorziening op. Ja, inderdaad, prachtige sterrenhemels, maar als je kind ’s avonds huiswerk moet maken kan dat niet omdat er gewoon geen licht is.
Rond de jaarwisseling waren we bij het lake Muhazi in het oosten van het land. Drie collega’s van de VSO wonen en werken hier vlakbij en met nog twee andere VSO-ers brachten we hier Oud en Nieuw door. De bar-dancing aan het water werd verder bezocht door de happy-view van Rwanda. Mensen in mooie uitgaanskleren, heerlijk aan het picknicken en een enkeling lekker zwemmen.
Marloes en Erik belden toen we net het derde pilsje aanspraken en de president met z’n gevolg aan de andere kant van het meer over de heuvels aankwam. Kijk, dat zijn van die heerlijke momenten!
We dansten de avond uit; van de ruim honderd mensen van de namiddag waren er nog maar rond 30 over rond 12.00 uur. De volgende dag bleek dat Rwandezen de jaarwisselng vooral op 1 januari beleven, als Nederland zijn roes uitslaapt. Vele honderder mensen in prachtige gewaden ontmoetten elkaar en genoten van toespraken, het vele eten en drinken. Wij beschouwden deze dag als een tussendag, met de volgende dag een bezoek aan het Nationale Park met z’n giraffes, buffels, nijlpaarden, vogels en wat al niet. Nou ja, de laatste olifanten zijn jaren geleden door stropers gedood.
Op de laatste dag in deze buurt samen met collega Ginette (ergotherapeute) naar het centrum voor lichamelijke gehandicapte kinderen. Op een slaapzaal lag een spastisch kindje. Zijn moeder en twee zusjes zijn er dan ook, voor de verzorging. Moeder maakte – ondanks de situatie – een sterke en energieke indruk. Dit zien we vaak hier in Afrika: sterke moeders, die het gezin met een surplus aan energie draaiende houden.
Op deze overvolle slaapzaal (8 bedden, maar hoeveel meer slapen hier wel echt?) was een bed voor Emmamuel, een man van tegen de dertig, die rolstoelafhankelijk is. Zijn familie woont in Byumba, een stadje hoog in de bergen; niet echt geschikt voor een rolstoel. Hij maakt van uiterst dunnen repen gekleurd papier de meest prachige halskettingen. Hij vertelde dat de verkoop van deze kettingen hem op een gegeven moment het geld moet verschaffen voor een eigen huisje in deze buurt. Hij heeft nog een jaar te gaan voor het afmaken van zijn middelbare school en wil daarna naar de universiteit. Els en ik raken onder de indruk van zijn persoon en zijn wilskracht. Els neemt sieraden mee om in Nederland te vekopen en we denken er aan om een deel van het sponsorgeld te besteden aan hem om te helpen zijn dromen te verwezenlijken.
Ondertussen nog een kleine week voordat het vliegtuig Els weer mee terugneemt naar Nederland. Haar kleurtje is bijgetrokken en ze is – samen met mij - vele, vele ervaringen rijker. Op weg naar de vulkanen, de afgelopen dagen gaf ze aan dat ze meer ogen zou moeten hebben om alles te zien. Een dagje verder viel de term ‘overprikkeling’.
In een poging om de vulkanen goed te zien staan we op een dag rond 6 uur ’s ochtends op de airstrip van Ruhengeri, waarbij we de wachtman wat tipgeld geven. De lucht helder, de vulkanen tekenen zich scherp af tegen de strakblauwe lucht. Zes prachtige vormen in een lang lint rondom ons. We besluiten de wijk wat in te lopen en het leven te zien ontwaken. Mensen wandelen naar hun werk, af en toe komt er een vrachtwagen voorbij, vol met mensen, op weg naar hun werk. Mensen met manden en manden vol met voornamelijk tomaten op hun hoofd verruilen hier en daar hun waar en gaan vervolgens in een lange rij naar de markt. Wij kijken toe; deze keer eens een keer toeschouwer en minder object van aandacht van anderen.
De dag daarvoor hebben we tevergeefs gezocht naar een plek waar we ongestoord en in alle rust de prachtige omgeving in ons op kunnen nemen. Niet gelukt. Zodra we ergens stoppen met de motor zwermen tientallen mensen om ons heen. Kijken, kijken, kijken en contact maken. Mensen zijn over het algemeen erg blij ons te zien. We proberen onze beperkte kennis van het Kinyarwanda en verder grappen we met z’n allen heel wat af. Er zijn vele fotogenieke momenten, maar gêne belemmert ons regelmatig. Verder valt op dat in dit deel van Rwanda erg vaak om geld gevraagd wordt om een foto te maken. We beginnen daar niet aan, hoezeer we ons de vraag kunnen voorstellen. In het noorden komen nu eenmaal meer toeristen met al hun geld. En een foto voor niks ‘geven’ terwijl je zelf niks hebt..... Veel mensen ogen erg armoedig, vale kleren, veel blote voeten en hier en daar hongerbuikjes.
Mijn buurman verklaart later waarom mensen zo enthousiast zijn om een blanke te zien: van oudsher is een blanke iemand die in goede kleding rondloopt, nieuwe ideeën heeft, allerlei nieuwe gebruiksmaterialen in Afrika heeft geintroduceerd, vaak in mooie huizen woont, veek geld heeft, veel macht en een nieuw geloof hier heeft gebracht. De term ‘mzungu’ is hier haast een synoniem voor goed, intelligent, mooi, rijk, begerenswaardig. Iets wat je ook zou willen. En wij representeren dat allemaal.... Onnodig te zeggen dat die rol ons niet echt past en het heel wat hoofdbrekens kost om met dit beeld om te gaan.
Ondertussen beginnen we wel een beter beeld te krijgen waar we het sponsorgeld van onze sponsors aan kunnen besteden. We hebben nu zes ‘projecten’, nog niet allemaal even uitgewerkt, maar grofweg het volgende:
• De rolstoelafhankelijke Emmanuel een steun in de rug geven om zijn droom waar te maken: de middelbare school afmaken, een universitaire opleiding en een eigen huis. Dit kan onder anderen door de verkoop van sieraden en waarschijnlijk het verstrekken van een van de computers van het laptopproject. Collega Paula verkoopt ook sieraden voor hem, in Noord Ierland
• Ondersteuning van mijn eigen werk rond methodologie op de scholen, onder anderen door het aanschaffen van noodzakelijke leermiddelen en het organiseren van workshops. Tevens komt Kerst Kuipers in februari een aantal weken naar Rwanda en zal, gezien zijn specifieke kennis over het basisonderwijs, ook zeker een bijdrage leveren aan het verbeteren van het onderwijs.
• Mijn steun en toeverlaat in de huishouding Chantal de gelegenheid geven om een opleiding te volgen die er voor moet zorgen dat zij zelf verder kan als ik weg ben. Het is waarschijnlijk dat we een naaimachine voor haar kopen en ze goed leert om kleren te maken. We moeten dit nog met haar bespreken.
• In overleg met een aantal leerkrachten van de school voor beroepsonderwijs hier om de hoek voor een beperkt aantal leerlingen (een deel van het) schoolgeld betalen. Schoolgeld is rond 200 euro per jaar. De school leidt op voor onder ander banen in de agrarische sector en veeteelt.
• Op veel middelbare scholen is traumaverwerking van de periode van de genocide erg belangrijk. Op bovenstaande school waren er vorig jaar veel leerlingen die hevige problemen ondervonden, vanwege trauma’s. Faustin, een leerkracht van deze school, is gespecialiseerd in begeleiding van deze problematiek en wil met twee busjes met leerlingen en leerkrachten naar het Memorial Centrum in Kigali, als onderdeel van de begeleiding. Een VSO-collega verzorgt daar het programma. Geld voor vervoer en eten tussen de middag is nodig.
• Geld voor het transport van de 26 laptops die Jan Dros en Hans Bervink hebben geregeld. Jan stuurt de laptops half januari naar Rwanda. Tevens zal Jan Dros in maart/april naar Rwanda komen om de mensen te leren op een goede manier met de laptops om te kunnen gaan.
Verder lopen er nog twee projecten:
• Via de ‘Trimbode’ van SV Friesland heb ik een oproep geplaatst om een trimloop van eind februari te sponsoren. De loop zal over 5 km. en 10 km. gaan. We denken aan geld voor de nrs. 1, 2 en 3 in de verschillende rubrieken en voor een bedragje voor elke deelnemer voor de organisatie waar hij of zij voor loopt (bijvoorbeeld een school)
• Via de plaatseljke omroep ‘Parkstad’ van Veendam heb ik een maandeljkse feuilleton op de radio over mijn werk hier in Rwanda. We hebben hier een sponsorproject aan gekoppeld voor de school voor beroepsonderwijs in Vunga, voor opleidingen voor meubels maken, werken in de bouw en werken met textiel.
Veel van jullie hebben in de afgelopen periode al geld overgemaakt. Erg veel dank hiervoor! Sommigen hebben dat geld expliciet gelabeld en ik zal zorgen dat dat geld ook aan het betreffende project wordt besteed. Je ziet aan het aantal van de projecten dat het voor mij nog steeds moeilijk is om te kiezen. Ik ben en blijf een optimist en denk dat het geld wel goed komt.
Het gironummer 2927733 t.n.v. G.L. van der Veen te Wijnjewoude blijft beschikbaar voor de projecten in Rwanda. We hebben hier het geld echt nodig en de kleine projecten zijn nu wel afgebakend en duidelijk. Als je geld wilt ‘labelen’, zet het er weer even bij.
Ik ga vandaag, woensdag 9 januari, weer starten met mijn werk; Els zal hier af en toe bij zijn. Met haar vertrek over een paar dagen (15 januari) zal ze vol van indrukken weer in Friesland het leven voortzetten. Ik ga hier dan ook weer een nieuwe periode tegemoet.
-
14 Januari 2008 - 19:06
Janneke:
Lieve Geert, hopelijk bewaar jij voor jezelf ook veel van deze prachtige indrukken op papier. Ik geniet van het lezen ervan. Heel veel kan ik me voorstellen omdat ik dat zo van Afrika herken. Maar een land zo kort na de genocide maakt het weer anders. Geniet nog van de laatste dag met Els en tot schrijfs. Liefs, Janneke -
19 Januari 2008 - 18:45
Geerte:
Hallo Geert,
Wat een super ervaringen zeg.
Leuk om zo wat van je dagelijkse bezigheden mee te krijgen.
Die foto van die bloem is echt super. Ik zou daar graag een uitvergroting van hebben. Als je in Nederland bent moeten we het daar maar eens over hebben. Ik kan me vorstellen dat je die best kan verkopen, of een mooie kalender kan maken van al die mooie kiekjes. Natuurlijk voor een van je goede doelen.
Groetjes,
Geerte, Anthony, en de kids
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley